~ Gladneuzen ~
 
De Chiroptera

Bouw van de vleermuis

Geschiedenis van de vleermuis

Onderverdeling

Vliegen en jagen

Een jaar in het leven van de vleermuis

Bedreigingen

Fabeltjes & bijgeloof

Graaf Dracula

Soorten vleermuizen

Problemen met vleermuizen

Vleermuizenlinks

De Bechstein's vleermuis (Langoorvleermuis) (Myotis bechsteinii)

Afmetingen:
- kop-romp: 4,5-5,5 cm
- staart: 4,1-4,5 cm
- spanwijdte: 25-28,6 cm
- gewicht: 7-13,6 gr
- maximumleeftijd: 21 jaar


De vacht van deze middelgrote vleermuis is vrij lang, op de rug vaalbruin tot bruinachtig rood en op de buik lichtgrijs. Jonge dieren zijn licht- tot asgrijs. Ze hebben een roodbruine snuit en licht grijsbruine oren en vlieghuid. Zoals hun bijnaam het al zegt, hebben ze nogal lange oren, die trouwens ook tamelijk breed zijn.
Bechstein's vleermuizen komen voor in de gematigde gebieden van Europa, maar waarschijnlijk slechts lokaal en nergens algemeen.

Biotoop: dit is een bosbewonende soort die je overwegend terugvind in vochtige gemengde bossen, maar ook in coniferenbossen, parken en tuinen. Ze maken hun zomerverblijven (kraamkamers) in boomholtes en vleermuiskasten, soms ook wel eens in gebouwen. Solitaire dieren vind je ook wel in grotten, groeven en achter loshangende boomschors. Overwinteren doen ze in kelders, groeven en grotten, een enkele keer ook in een boomholte. Ze verkiezen dan een temperatuur van 3 tot 10 °C (gemiddeld 8) en een hoge luchtvochtigheidsgraad. Ze hangen dikwijls vrij aan muren of plafonds en je vind ze zelden in nauwe spleten gedrukt, behalve solitaire dieren dan. Ook tijdens de winterslaap steken hun oren ver boven hun kopje uit, maar soms vouwen ze ze wel eens onder hun vleugels. Ze slapen van oktober tot maart/april.

De paartijd begint in de herfst en duurt tot in het voorjaar. Vanaf eind april/mei bezetten ze de kraamkamers met meestal 10 tot 30, maximum 80 vrouwtjes die een hechte groep vormen. De vrouwtjes kennen elkaar goed en geven elkaar kopjes. Om de 2 tot 3 dagen brengen ze hun jongen naar een andere verblijfplaats. In de kraamkamers bevinden zich tot 30% niet-zogende vrouwtjes. De jongen worden geboren vanaf de eerste helft van juni tot begin juli. Vanaf begin augustus zijn de jongen vliegvlug en eind augustus verlaten ze de kraamkamers. In de zomer leven de mannetjes alleen.

Pas als het echt donker is vliegen ze uit om te jagen op overwegend vlinders en tweevleugeligen, spinnen, hooiwagens en oorwormen, maar ook rupsen en niet vliegende loopkevers. Ze plukken deze beestjes van takken en gebladerte of van de grond.