De Chiroptera
Een jaar in het leven van de vleermuis
Afmetingen:
- kop-romp: 3,9-5,1 cm
- staart: 3,2-4,4 cm
- spanwijdte: 19-24 cm
- gewicht: 4,3-9,5 gr
- geboortegewicht: 10 dagen oud: 3gr
- maximumleeftijd: 23 jaar
De Brandt's vleermuis is betrekkelijk klein, heeft een lichtbruine rug (meestal met een gouden glans) en een lichtgrijze buik die gedeeltelijk geel getint is. Hun snuit, oren en vlieghuid zijn (licht)bruin. Jonge Brandt's vleermuizen hebben veel weg van een Baardvleermuis door hun donker zwartbruine tot grijsbruine rug.
Over hun verpreiding is niet zoveel gekend omdat ze vroeger niet van de Baardvleermuis onderscheiden werden. In Azië zijn ze wijd verspreid, maar over de verspreiding in België en Nederland is niet veel geweten.
Biotoop: dit is een bosbewonende vleermuis die, meer dan de Baardvleermuis, gebonden is aan bos en water. Ze komen minder voor in menselijke nederzettingen. Ze maken hun kraamkamers (zomerverblijven) in smalle spleten op zolders, achter dakbalken en -gaten en in platte vleermuiskasten. 's Winters verblijven ze in grotten, groeven, oude mijnen en kelders met een temperatuur van 3 à 4 °C (soms tot 0 of zelfs 7 °C). Vaak delen ze een woonst met Baardvleermuizen en ook wel eens met Watervleermuizen. Ze slapen ongeveer van oktober tot april en in Groot-Britannië tot mei.
Men gaat ervan uit dat de vrouwtjes geslachtsrijp zijn in het tweede levensjaar. Ze paren in de herfst en in de winterverblijven. In mei zijn de kraamkamers bezet met zo'n 20 tot 60 vrouwtjes en vanaf midden juni tot begin juli worden de jongen geboren.
In de vroege schemering vliegen ze uit om te jagen op een lage tot middelmatige hoogte in niet te dichte bossen en vaak boven water. Op het menu staan vlinders, langpootmuggen en tweevleugeligen. De prooien zijn gemiddeld 7,3 mm groot.